bosplant

Er zijn weinig dingen mooier dan een herfstwandeling. En ik beaam dat. Volmondig. Hier liep ik dus, warm ingeduffeld. Enkele meters achter haar. Ze danste over het wandelpad, dat bezaaid lag met felgekleurde bladeren. Voor een keertje liet ik mijn smartphone waar hij was. In de broekzak. De herinnering aan die wandeling zit in mijn hoofd, niet op dat toestel.

Huppelend leidde ze me naar haar favoriete plekjes, haar favoriete bomen en haar bijhorende verhalen. Terwijl de natuur zich in slaap nestelde, bloeide zij volledig open. Ze leek wel te zweven. Misschien deed ze dat wel. En ik zat mee op die roze wolk. Haar energie kon zo de lente inluiden. Sla de winter maar over, zo kunnen we hier sneller opnieuw wandelen. En hier opnieuw van genieten. Ik hoor het me nog zo denken.

Ondertussen loop ik hier al een aantal jaren alleen. Door datzelfde bos, op datzelfde pad, op diezelfde route. Heel soms kom ik haar nog eens tegen. En dan wisselen we een lach uit. Zwijgend vervolgen we dan onze wandeling, ieder in een andere richting. Weg van elkaar.

Nu zijn we opnieuw twee vreemden. Vreemden met dezelfde herinnering. Vreemden die nooit opnieuw vreemden hadden moeten worden. Maar dat wel deden. Op ons eigen plekje, zijn we van elkaar vervreemd.